Geloven
Geloven, wat is dat? Beloven dat
je denken, handelen ten dienste stelt
van onvoorwaardelijk gedachtegoed?
Geloven, wat was dat? Geloven dat
gebrek aan inzicht en identiteit
gecompenseerd wordt door etherische
en onbestaande entiteit die is
noch was, tenzij verbeeld in fantasie?
Doorheen de eeuwen heeft de mens geloofd.
Doorheen de jaren heb ik, mens geloofd.
Doorheen bestaan heeft mens geloof bevraagd,
bekeken, verweten, vergeten, maar…
Geloven valt voor mij niet te bevatten:
irrationeel heb ik ernaar gezocht.
Geloven valt door mensen niet te vatten
in woorden door het intellect gekocht.
Geloven moet voor mij de eenzaamheid
die diep mijn slagader snijdt wegnemen
wanneer ik, percussieve pianist,
gevallen gids vergeten wil. Geloof…
Onbereidwillig worden voeten verplicht
betegeld huis te treden. Stilaan kerft
parket - dat warm is, dat wrang is - verjaring
in mijn voet wanneer de huid van brons
van versplinterd ivoor - op grond verspreid -
afglijdt. Ik klopte het kapot toen ik
achtergebleven eenzaamheid verteerde,
uitkotste… Zuur, verdoken in de zoom
van zijn, zit stilaan aan mijn huis te vreten.
Splinters knauwen gaten in relaties
met mezelf als minnaar, trouw aan jou
die ik is, die ik ben, die ik bedrieg
door zoeken naar maîtresses die ivoren
splinters uit de gaten van mijn voeten
sleuren moeten. Wegnemen van pijn
van zijn, de bleinen van eenzaam verdwijnen
in vergeefse lijnen onder zerken
van afrollend tijdsbobijn… Dat alles
is geloven. Een verbond van leed
dat steeds naïef de eenzaamheid opvreet.